De Boodschap
Kabinet van de President

Zuidwestgrenskwestie met Guyana wordt op constructieve wijze opgelost

Minister Albert Ramdin geeft aan dat Suriname en Guyana actief bezig zijn om de grenskwestie tussen beide landen te bespreken. “De vraag waarmee beide landen opgescheept zitten is of de Boven-Corantijn de voortzetting is van de Corantijnrivier”, aldus de bewindsman tijdens een persconferentie op dinsdag 12 december. Guyana ziet de Coroenie en Koetarie als de voortzetting van de Corantijnrivier. “Er zijn verschillende grenscommissies geweest die in het verleden actief waren. Die hebben niet tot resultaat geleid. Er is weer een poging gewaagd”, merkt de regeringsfunctionaris op. Hij geeft aan dat beide landen een eigen diplomatiek proces hebben om de kwestie te bespreken. Hij noemt het de Zuidwestgrenskwestie.

“Op 21 augustus 2012 zijn er afspraken gemaakt door de ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen om de kwestie aan te pakken en een grenscommissie te installeren. In 2013 zijn de commissies geïnstalleerd op basis van gesprekken tussen presidenten Bouterse en Ramotar. Er is een duidelijk proces vastgelegd, waarlangs de Zuidwestgrens wordt beoordeeld”, memoreert minister Ramdin. Hij geeft aan dat een van de primaire taken van de grenscommissie is om historische documenten te verzamelen en uit te wisselen met beide landen. Dit is volgens hem belangrijk zodat er een transparant proces is en gelijkwaardige informatie.

De bewindsman zegt dat er sinds 2013 veel werk is verzet. “Er is archiefonderzoek gedaan in Suriname, Den Haag en Londen. Die documenten zijn uitgewisseld en rapporten zijn opgemaakt. We hebben dit jaar nog de eindrapporten gehad aan beide zijden. Het is een gedetailleerd proces. We moeten juridisch en historisch heel nauwkeurig mee omgaan”, onderstreept de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking. Hij laat doorschemeren dat de volgende stap is dat beide commissies bij elkaar zullen komen om eindrapporten met aanbevelingen te overhandigen aan de ministers van Buitenlandse Zaken van Guyana en Suriname. “Wij hebben aangedrongen om die gesprekken zo gauw mogelijk te voeren. We zijn al maanden bezig en hopen die gesprekken binnenkort te kunnen voeren”, aldus minister Ramdin.