De implementatie van de Wet Geweld en Seksuele Intimidatie Arbeid en Wet Gelijke Behandeling Arbeid zal een proces van groei vergen. Zo stelt minister Steven Mac Andrew van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken (AWJ). Beide wetten zijn op donderdag 13 oktober 2022 met 41 algemene stemmen door het parlement aangenomen. Het uiteindelijke doel van het ministerie is om een zo goed mogelijk wetsproduct tot stand te brengen. Minister Mac Andrew: “We weten evenwel dat de volledige implementatie van deze wetten een proces van groei zal zijn, zowel voor het ministerie, het directoraat Arbeidsinspectie, voor werkgevers en werknemers alsook voor de klachtencommissies die ingesteld gaan moeten worden en voor het breder publiek.”
De bewindsman erkent dat er een grondige voorlichting over deze wetsproducten zal moeten komen. De wetten moeten ertoe leiden dat zowel ongelijkheid als seksuele intimidatie op de werkplek tot het verleden gaan behoren. De wetten zijn alleen van toepassing op de particuliere sector. Er is overeenstemming met het ministerie van Binnenlandse Zaken (BIZA) dat er binnen 12 maanden een specifieke wet komt voor de publieke sector.
Minister Mac Andrew zegt dat er voor deze optie is gekozen omdat er sprake is van twee gescheiden wettelijke regiems. “Namelijk de publieke sector welke valt onder publiekrecht en de private sector welke valt onder privaatrecht. In een wetsproduct als deze is het onmogelijk om invulling te geven aan het van toepassing verklaren van de wet op beide rechtssystemen”, aldus de bewindsman. Hij benadrukt verder dat het onmogelijk is om het Ambtenarenrecht en het Commune Arbeidsrecht met elkaar te vermengen.
Collega-minister Bronto Somohardjo van BIZA vulde hierop aan dat voor de publieke sector geldt dat ministers en directeuren ter bescherming van ambtenaren de opdracht hebben om zaken die worden aangegeven met alle zorgvuldigheid aan te pakken c.q. op te lossen. “Onze overheid gaat met tact en de juiste richtlijnen om met de bescherming van de ambtenaren”, zegt de BIZA-minister. Hij erkent dat er zaken zijn die beter aangepakt of bij wet anders geregeld moeten worden. “Daarom is het vereist dat wij een jaar uittrekken om wetgeving te maken gekoppeld aan de wijziging van de Personeelswet.” Dit laatst ligt al onder de hamer van de vaste commissie van BIZA in het parlement.